Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Nu hadden onze vijanden gezegd: [28]Zij zullen het niet weten, noch zien, totdat wij in het midden van hen komen, en slaan hen dood; alzo zullen wij het werk doen ophouden. 28. Dat is, wij zullen den aanslag zo beleiden, dat zij het niet wijs worden eer, enz.